De AOW-leeftijd gaat omhoog. Dat wist u waarschijnlijk al. Maar wist u ook dat dit vanaf volgend jaar sneller gaat? In 2018 is de AOW-leeftrijd 66 jaar en in 2021 67 jaar. Dit heeft gevolgen voor iedereen die is geboren na 30 september 1950.
Mensen worden steeds ouder en hebben daarom langer een AOW-pensioen nodig. Om dit te betalen moeten we langer doorwerken. Zo kunnen we de AOW voor iedereen behouden.
Komt u hierdoor in de problemen?
Door de verhoging van de AOW -leeftijd kunt u tijdelijk minder inkomen hebben. Bijvoorbeeld als u gebruik maakt van vroegpensioen dat eerder stopt dan uw nieuwe AOW-leeftijd. Geldt dit voor u? Dan heeft u misschien recht op een overbruggingsuitkering.
Overbruggingsuitkering
• U krijgt de uitkering als u vóór 1 juli 2015 met vroegpensioen bent gegaan.
• Alleenstaanden kunnen de uitkering aanvragen als hun inkomen voor hun 65e niet meer is dan twee keer het minimumloon. Dat is een bruto maandbedrag van €3.003,60.
• Voor samenwonenden is de grens drie keer het minimumloon. Dat is een bruto maandbedrag van € 4.505,40.
• Ook mag uw vermogen (spaargeld, beleggingen) op 1 januari van het jaar waarin u 65 jaar wordt niet boven de zogeheten vrijstellingsgrens van box 3 liggen. Op 1 januari 2015 ligt die grens voor alleenstaanden op € 21.330 en voor partners op € 42.660,-.
• De uitkering is een minimumvoorziening. Andere inkomsten worden hierop in mindering gebracht.
• De regeling blijft bestaan tot en met 2022. Gaat u ná 2022 met pensioen, dan ontvangt u de uiterking niet. U heeft dan nodg tijd om zelf maatregelen te nemen.
Wat wordt uw nieuwe AOW-leeftijd?
Vanaf 2022 wordt de AOW gekoppeld aan de leeftijdsverwachting
Een overbruggingsuitkering aanvragen
Kunt u een uitkering krijgen, dan krijgt u vanzelf een brief van de Sociale Verzekeringsbank. U krijgt deze brief vier maanden voordat u 65 jaar wordt.
Meer weten?
Wilt u meer weten over de AOW, kijk dan op rechtsoverheid.nl/AOW. Meer informatie over de overbruggingsuitkering vindt u op svb.nl/obr.